-
1 zur Fülle neigen
zur Fülle neigen -
2 incliner
incliner [ẽklienee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) neigen (tot)2) scheef staan, buigen3) schuin houden, buigen -
3 zuneigen
zuneigen1 neigen tot, overhellen♦voorbeelden:jemandem herzlich zugeneigt sein • iemand een warm hart toedragen1 neigen, overhellen♦voorbeelden: -
4 склоняться
v1) gener. krommen, overslaan, hellen, neigen, neigen (tot-ê), overhellen, zich neerbuigen (voor- ïåðåä), zich neigen2) liter. de hals krommen (перед кем-л., чем-л.)3) gram. declineren -
5 fancy
adj. speciaal, bijzonder, luxueus; opgedirkt, opgeprikt; fantastisch, (een) fantasie; overdreven; opgedreven (prijs); prijzenswaardig, voortreffelijk--------n. fantasie; illusie; uit de duim gezogen; bedenksel; gril, idee-fix; bijzondere smaak; aantrekking; neiging; voortreffelijks--------v. je indenken; erover dromen; denken; fantaseren; houden van; neigen tot; prijzenswaardig makenfancy1[ fænsie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: fancies〉1 fantasie ⇒ verbeelding(skracht), inbeelding2 voorkeur ⇒ voorliefde, zin3 veronderstelling ⇒ idee, fantasie♦voorbeelden:catch/take the fancy of • in de smaak vallen bijtake a fancy for/to • een voorliefde opvatten voor————————fancy2〈bijvoeglijk naamwoord; fancily〉1 versierd ⇒ decoratief, elegant♦voorbeelden:fancy dress • kostuumfancy goods • fantasiegoed, snuisterijen————————fancy3〈werkwoord; fancied〉3 een voorliefde hebben voor ⇒ leuk vinden, zin hebben in♦voorbeelden:2 fancy that! • stel je voor!, niet te geloven!fancy some peanuts? • wil je wat pinda's?fancy oneself • een hoge dunk van zichzelf hebben -
6 lean to/ towards/ toward
lean to/ towards/ toward -
7 lean
adj. mager, schraal; karig, armzalig--------n. mager (vlees); neiging--------v. leunen; overhellen; zetten; steunen; aanleunen; ombuigen; buigen, verbuigenlean1[ lie:n] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉1 schuinte ⇒ schuine/scheve stand, (over)helling♦voorbeelden:————————lean2〈bijvoeglijk naamwoord; leanness〉2 karig ⇒ arm(zalig), weinig opleverend♦voorbeelden:lean years • magere jaren————————lean31 leunen ⇒ steunen, steun zoeken♦voorbeelden:lean over to someone • zich naar iemand overbuigen¶ 〈 figuurlijk〉 lean over backwards • zich in (de gekste) bochten wringen, alle mogelijke moeite doenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 hinneigen
hinneigenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 incline
n. helling, hellend vlak--------v. neigen, verbuigen, krom buigen, buigen; afdalen; beinvloeden; richtenincline1[ ingklajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————incline2[ inklajn]1 neigen ⇒ geneigd zijn, een neiging hebben/vertonen♦voorbeelden:I incline to/towards fatness • ik heb aanleg om dik te worden1 (doen) hellen ⇒ af/neer/overhellen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 your words do not incline me to change my mind • ik zie in uw woorden geen aanleiding om van gedachten te veranderenI am inclined to think so • ik neig tot die gedachte -
10 tend
v. neigen; leiden; inspekteren; klanten bedienen[ tend]3 strekken tot ⇒ bijdragen tot, leiden tot♦voorbeelden:he tends towards sarcasm • hij heeft een sarcastische inslagtend (up)on • bedienenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verzorgen ⇒ zorgen voor, passen op♦voorbeelden:2 who's tending bar? • wie staat er achter de bar? -
11 склонять
-
12 Neigung
Neigung〈v.; Neigung, Neigungen〉4 voorkeur, voorliefde6 〈 natuurkunde, sterrenkunde〉helling, inclinatie♦voorbeelden:1 eine Neigung des Kopfes • een buiging van, met het hoofd3 (eine) Neigung zu etwas haben • (een) neiging, lust, aandrang hebben tot, voor ietsNeigung zur Fettsucht • neiging, aanleg tot vetzucht5 zu jemandem eine Neigung fassen, fühlen • voor iemand genegenheid opvatten, gevoelen -
13 тяготеть
vgener. hangen naar, neigen naar, zich aangetrokken voelen tot -
14 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen -
15 böja
1) geneigd zijn tot2) doorbuigen3) buigen4) neigen5) toog -
16 Ader
Ader〈v.; Ader, Adern〉♦voorbeelden:jemanden zur Ader lassen • (a) iemand aderlaten; 〈 (b) informeel; schertsend〉iemand laten bloeden, geld afzettenkeine Ader für etwas haben • geen aanleg voor iets hebben -
17 Fülle
Fülle〈v.; Fülle, Füllen〉3 omvang, zwaarlijvigheid♦voorbeelden:1 eine Fülle interessanter Beobachtungen • een massa, heleboel interessante waarnemingenin Fülle • in overvloedin der Fülle seiner Kraft • op het toppunt van zijn krachtzur Fülle neigen • neiging hebben tot zwaarlijvigheid -
18 eine leichte Ader haben
-
19 einer Ansicht zuneigen
См. также в других словарях:
Dingo — Der Dingo (Canis lupus dingo) ist ein Haushund, der schon vor Jahrtausenden verwilderte und heute in vielen Teilen seines Verbreitungsgebietes vom Menschen völlig unabhängig lebt. Die Bezeichnung Dingo ist meist synonym mit dem Australischen… … Deutsch Wikipedia
Canis lupus dingo — Der Dingo (Canis lupus dingo) ist ein Haushund, der schon vor Jahrtausenden verwilderte und heute in vielen Teilen seines Verbreitungsgebietes vom Menschen völlig unabhängig lebt. Unter der Bezeichnung Dingo wird meist der Australische Dingo… … Deutsch Wikipedia
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liste geflügelter Worte/L — Geflügelte Worte A B C D E F G H I J K L M N O … Deutsch Wikipedia
Inhalt und Interpretation der unendlichen Geschichte — Dies ist eine ausführliche Inhaltsangabe mit Interpretation des Romans Die unendliche Geschichte von Michael Ende. Das Werk ist ein zugleich märchenhafter, phantastischer und romantischer Bildungsroman[1] und gehört inzwischen zu den neuen… … Deutsch Wikipedia
Erlkönig (Ballade) — Abdruck des Gedichts in einer Ausgabe des Bertelsmann Verlags Erlkönig ist eine Ballade von Johann Wolfgang von Goethe, die er im Jahre 1782 geschrieben hat. Sie wurde unter anderem von Franz Schubert und Carl Loewe vertont. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Der Staat bin ich — Geflügelte Worte A B C D E F G H I J K L M N O … Deutsch Wikipedia
Liste geflügelter Worte/D — Geflügelte Worte A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Amerikanische Ureinwohner — Sitting Bull, Häuptling und Medizinmann der Hunkpapa Lakota Sioux. Foto von David Frances Barry, 1885 … Deutsch Wikipedia